Voel jij je stiekem schuldig als je een avondje lekker lui op de bank hangt? Zelfs als je die dag flink hebt getraind? Zonde! Want je voelt je misschien wel lui, maar je bént het niet.

Wanneer ik het met een gemiddeld persoon over een luie dag heb (lees: niet-sporter), dan is dat ‘om half 12 uit je bed komen en de rest van de dag in je pyjama rondlopen’. Als ik het hier met een triatleet over heb, dan is een luie dag ‘alleen maar een core training doen, want blijkbaar moet je één dag in de week een rustdag hebben’. Lui is dus een relatief begrip. In feite kan je bijna alles wel zien als lui als je het afzet tegen iets anders. Eigenlijk zijn we dus allemaal lui. Of juist allemaal niet.

Vergelijken met anderen
In de sport zie ik ook vaak dat sporters zichzelf lui noemen, terwijl de meeste sporters alles behalve lui zijn. De reden dat veel sporters dit toch vinden komt meestal doordat ze zichzelf vergelijken met medesporters. Want wat gebeurt er meestal als je gaat vergelijken? Juist, iets met groener gras. Anderen zijn beter, trainen vaker en harder, slaan nóóit een training over en hebben áltijd zin om te trainen. Ergens weet je misschien wel dat dit niet helemaal klopt, maar het blijft toch een hardnekkige gedachte bij sporters. Het interessante is dat ik de ene dag een sporter kan spreken die zegt: ‘Nou ik sla weleens een training over of heb weleens geen zin, maar die ene snelle in mijn groep heeft dat echt nooit’. Wanneer ik dan die ‘ene snelle’ spreek, krijg ik exact dezelfde opmerking over iemand anders die volgens hem of haar nooit een training overslaat.

Nóg meer trainen
Wanneer je jezelf vergelijkt met andere sporters is het dus heel makkelijk jezelf een slecht gevoel aan te praten. Anderen trainen in jouw ogen altijd meer en dan voel je je lui. Dat slechte gevoel wil je natuurlijk omzetten, en de meest logische manier om dat te doen is vaak om nóg meer te gaan trainen. Ik snap deze reactie heel goed, en ik betrap mezelf er ook wel eens op. Ik zie echter ook regelmatig dat sporters overtraind zijn, opgebrand zijn, blessures krijgen, niet zoveel motivatie meer hebben of enorm veel druk voelen om te presteren. Zonde eigenlijk, want vaak sport je juist voor de positieve energie.

Veel sporters moeten juist afgeremd worden
Het is zelden zo dat ik een sporter tegenkom die ook echt lui is. Veel sporters moeten eerder afgeremd worden dan dat ze aangemoedigd hoeven te worden om nog meer te trainen. Wanneer de nadruk volledig bij het trainen ligt, wordt de rust vaak vergeten. Terwijl je in rust juist beter wordt. Rusten kan alleen zo ontzettend moeilijk zijn, want voor veel sporters staat ‘rusten’ synoniem aan (je raadt het al…) ‘lui’.

Bewust lui
Zelf ben ik af en toe bewust ‘lui’, omdat ik weet dat ik die rust nodig heb. Je kan niet altijd pieken. Aan het einde van een triatlon seizoen plan ik altijd bewust een rustperiode om weer op te laden.  Ik merk dat ik juist na die rustperiode weer ontzettend veel zin heb in een nieuw seizoen. Mijn hoofd en lijf zijn weer opgeladen en ik kan er weer tegenaan. En is het dan erg om af en toe toch nog op de bank te hangen en een serie te kijken? Dat blijf ik echt wel doen hoor, dan maar lekker lui.

1290608944539-l8k3hrpnngz0-800-75

Deze blog is eerder verschenen op Glow Magazine.